kinderergotherapie praktijk Monique Mollink

KinderErgotherapie praktijk Monique MollinkMissie en Visie

Raalte, 29 november 2021

Missie
Dat in mijn regio, alle leerkrachten en pedagogische medewerkers doordrongen zijn van hoe de neuromotorische rijpheid van het brein werkt en welke invloed deze heeft op de ontwikkeling van een kind. Doormiddel van scholing. Dat ik nog meer KinderErgotherapeuten en eventueel KinderFysiotherapeuten mag opleiden middels de 6-daagse als neuromtorische rijpheidsspecialist. Dat zij leren observeren en behandelen op dit gebied. Op deze manier kan ik naast de behandelingen die ik doe zoveel mogelijk kinderen helpen om ze zo goed mogelijk tot leren te laten komen.

Hiervoor wil ik onderzoek doen, zodat we hard bewijs hebben van hoe de neuromotorische rijpheid te beïnvloeden is. Ik zal een start maken met onderzoek doen op de Vlieger 1. Zij zijn afgelopen schooljaar gestart met het in kaart brengen van de neuromotorische ontwikkeling en zij stimuleren deze tijdens de schooluren. Ik ga in kaart brengen wat dit oplevert.

Tevens wil ik mijn kennis in een boek verwerken. Een boek over de neuromtorische ontwikkeling van het brein voor therapeuten, een boek voor ouders, en eventueel een boek voor leerkrachten en pedagogische medewerkers.

 

Visie
In mijn praktijk heb ik echter gemerkt dat veel kinderen met problemen in het schrijven, de fases van lateralisatie van de motorische functie van de hand niet goed doorliepen. Tevens constateerde ik dat deze kinderen ook problemen in de concentratie ondervinden, gerelateerd aan de prikkelverwerking. Deze bevindingen hierover had ik vastgelegd via het ‘two typical days’ interview, via de Sensory profile en de Schoolcompanion. Hierbij heb ik gekeken naar de 7 zintuigen. Auditief, visueel, olfactoir, gustatoir, tactiel, vestibulair en proprioceptief.

Het proprioceptieve systeem heeft een erg grote invloed op concentratie, en de gehele prikkelverwerking.

Ik verwoord het altijd als het aanzetten van je proprioceptieve systeem, door te bewegen of juist door diepe druk te ervaren. Want door het aanzetten van het proprioceptieve systeem, komen er transmitterstofjes vrij. En deze transmitterstoffen zorgen ervoor dat je weer geconcentreerd verder kunt werken (5. Rietman, 2009).

Door de juiste transmitter stoffen die vrijkomen door het proprioceptieve systeem worden de prikkels die binnenkomen in de hersenen ook op de juiste manier binnen gelaten en verwerkt.

Want als de prikkels op de juiste manier binnengelaten worden en verwerkt worden zal de amygdala en het limbisch systeem hier op een juiste wijze op kunnen reageren en zal er geen FFF reactie (fight, flight, freeze) plaats vinden (6/7.Thoonsen, et al., 2015; 2017; 8.Dunn, 2009).

 

Maar hoe kan het dan, dat het proprioceptieve systeem invloed heeft op het doorlopen van de fases van lateralisatie van de motorische functie van de hand?

De kinderen waarbij de prikkels vanuit het proprioceptieve systeem niet voldoende doorkomen, en dus problemen ervaren in het schrijven en bijvoorbeeld concentratie, hebben de posturale reflexpatronen minder tot zelfs niet ontwikkeld.

Posturale reflexpatronen worden vanuit het gebied van de middenhersenen overgebracht. Hun ontwikkeling wijst dus op een actieve betrokkenheid van hogere hersenstructuren boven de werkzaamheid van de hersenstam en zijn een teken van toegenomen volgroeidheid van het centrale zenuwstelsel.

De posturale reflexpatronen bestaan uit twee groepen, de rechtinsreflexen en de evenwichtsreflexen (Fiorentino, 1981). Deze reflexen hebben te maken met houding, beweging en stabiliteit.

Deze posturale reflexpatronen zorgen voor een lichaamsbeheersing waarbij agonist en de antagonist (spieren) kunnen samenwerken. Deze posturale reflexpatronen en dus de juiste lichaamsbeheersing kan pas ontstaan, wanneer de primitieve reflexpatronen volwassen zijn. Als primitieve reflexpatronen na 6-12 levensmaanden actief blijven, worden deze een afwijking genoemd die op een structurele zwakheid of onvolgroeidheid  (onvolwassen) in het centrale zenuwstelsel wijst.

Door aanhoudende primitieve reflexactiviteit kan ook de ontwikkeling van de daaropvolgende posturale reflexpatroon worden belet die moeten verschijnen om het opgroeiende kind in staat te stellen effectief met zijn omgeving om te gaan (4. Goddard; Reflexen leren en gedrag, 2005).

En dit is wat ook wat genoemd wordt als body awareness. Body awareness van het gehele lichaam wordt met de handmotoriek gecoördineerd, het totaal is het lichaamsschema of somatognosie, een dynamisch concept van interne representaties.

Deze body awareness is nodig om het motorisch handelen te ontwikkelen waaraan een cognitief proces ten grondslag ligt. Zonder deze motorische controle kan de cognitie onvoldoende ontwikkelen (9. Njiokiktjien, 2004, p148-159).

Ik vind bij de kinderen met problemen bij het schrijven in mijn praktijk veel niet volwassen primitieve reflexpatronen. Deze primitieve reflexpatronen zijn dus nog aanwezig, terwijl deze met een leeftijd van 3,5 jaar eigenlijk volledig volwassen (weg) hadden moeten zijn.

Primitieve reflexpatronen die nog veelvuldig aanwezig zijn:

ATNR (asymmetrische tonische nekreflexen); STNR (symmetrische tonische nekreflex); TLR (tonisch labirinth reflex).

Doordat deze primitieve reflexpatronen onvoldoende volwassen zijn, kunnen de posturale reflexpatronen (houdings- en rechtings-reflexpatronen) onvoldoende tot stand komen. En is er dus een onvoldoende ontwikkelde body awareness.

En deze body awareness, of eigenlijk de juiste samenwerking van de spieren (agonist en antagonist) is nodig voor een goede werking van het proprioceptieve systeem, en dus voor een goede afgifte van de verschillende transmitter stoffen. En deze transmitterstoffen heb je nodig om het lateralisatie proces goed op gang te laten komen en door te lopen. En om de motoriek van de bovenste extremiteiten te bevorderen, bij bijvoorbeeld mensen die een beroerte hebben gehad (10. Kiper, et al., 2015).

Op basis van bovenstaande theorie behandel ik kinderen en zie ik veel vooruitgang op alle gebieden waarmee de kinderen die bij mij komen problemen ondervinden. Nu wil ik dus zo veel mogelijk kinderen op deze wijze behandelen. Tevens wil ik graag zoveel mogelijk leerkrachten en pedagogische medewerkers, KinderErgotherapeuten doordrongen hebben van hoe het werkt. Om dit kracht bij te zetten wil ik graag onderzoek doen samen met Raymond van Ee, en dit publiceren. Tevens wil ik graag een boek hierover schrijven om mijn kennis en ervaring te delen.